over richtingsmoeilijkheden
Vaak vraag ik me af waarom mensen als je om een nummer vraagt, dat niet zo zeggen zoals je het opschrijft, dus 4, 3, 9, 6 zeggen, maar dan drie en veertig en zes en negentig zeggen. Dan moet ik steeds langer denken, het omdenken.
Die hindernis heb ik wellicht met anderen, dus leende het boek ‘ik zie het anders’ over omgaan met richtingsmoeilijkheden en spiegelen bij kinderen. Het boek gaat diep op de materie in, goed voor ouders met kinderen die deze richtingsmoeilijkheden hebben. De auteur van het boek schrijft dat het vaak voorkomt.
Probeer onderstaande tekst eens te lezen.
Po nee dnethco gaz sella re sredna tiu. Ed nroohkee keek tiu nijz maar ne gaz tad ed thcul neorg saw. Jih freew nijz nego tui, keek wueinpo, raam ed thcul saw neorg, ne ed mood revoneget nijz siuh saw tiw ne edretsnilg fosla ijh nav salg saw.
Er zijn dus kinderen die de zin die je nu lees zo zien als de zinnen hierboven. Wat een uitdaging voor docenten! Op andere manier kom ik dit in mijn lespraktijk ook tegen. Leuk daar verder over studeren.
Leestip: alleen lenen als je kinderen hebt die deze uitdaging hebben. Anders is het te specialistisch.
Rudolph Regter
Rudolph Regter
Categories: boekreview